dinsdag 23 oktober 2012

Ambon

Ik krijg een formulier in de handen geduwd. Of ik mijn biodata maar even wil invullen; voor de administratie. Natuurlijk. Naam, geboortedatum, en meer van die gegevens. Maar wat moet ik invullen bij: laatst (dus hoogst) genoten opleiding? Titels zijn hier in dit land enorm belangrijk, zó belangrijk dat je ze zelfs kunt kopen (al is dat uiteraard illegaal). Maar ik ben maar een gewone dominee, niet eens drs, laat staan dr, alleen maar kandidaat. En wat zet ik bij specialisatie? Die hadden wij in onze tijd in Kampen nog niet, de opleiding ging toen niet verder dan kandidaats, al duurde dat langer en had dat méér inhoud dan het tegenwoordige kandidaats dat zeker een jaar korter duurt. Dus vul ik maar eenvoudig in: Gereformeerde Theologie. En zo wordt het vervolgens ook afgekondigd bij de introductie.

 

De Maranatha-kerk, vlak bij de campus van de Christelijke Universiteit van Ambon, zit vol studenten, en een aantal docenten. Van buiten klinkt onophoudelijk het geraas van het drukke verkeer op dit kruispunt waar de kerk staat. Binnen probeer ik me verstaanbaar te maken. Ik mag hier vanmorgen mijn boek over belijden en belijdenissen presenteren. Een uur lang ben ik aan het woord over Belijden in Context. Eerst schets ik hoe in de huidige smeltkroes van allerhande meningen en overtuigingen die o.a. via google en social media over ons wordt uitgestort, het besef van één objectieve waarheid steeds meer onder druk komt te staan. Autoriteit van een gezaghebbend Woord dat de Waarheid is wordt niet meer vanzelfsprekend geaccepteerd. De veelheid van geloven heeft bij velen een houding van pluralisme doen ontstaan, waarbij de belijdenis van Christus als de enige weg naar het leven is losgelaten.

Vervolgens laat ik zien hoe in de tijd van de Reformatie de kerken de waarheid van de Schrift alléén terugvonden, en deze belijdenis van het Sola Scriptura verankerden in een hele serie nieuwe belijdenisgeschrifen, die wel gezag kregen in de protestantse kerken, maar dan afgeleid gezag: uitdrukkelijk onder de Schrift zelf, de bron en de grens van elk belijden.

Tenslotte behandel ik een drietal hedendaagse voorbeelden van belijden. Eerst de belijdenisliederen in Rwanda, ontstaan in de tijd van het bloedige conflict tussen Hutu’s en Tutsi’s (1990-1994), Vervolgens het streven van NGK-zendelingen in Zuid Afrika naar een eigen theologische opleiding voor de Zulu’s, die (naar zij hoopten) zou leiden tot een eigen Zulu-belijdenis, waarin de waarheid van het Evangelie beleden zou worden in de eigen context van bv polygamie en de verering van de voorouders, en waarmee vormen van syncretisme zouden kunnen worden voorkomen. Mee vanwege de politieke omwenteling die het einde van de Apartheid betekende, is die belijdenis er nooit gekomen: gezamenlijkheid werd toen het motto, en elk streven naar iets aparts voor een zwarte stam zou bij voorbaat verdacht zijn. Het derde voorbeeld waar ik aandacht voor vraag is de situatie in Noord Ierland in met name de tweede helft van de vorige eeuw: het geweld tussen katholieken en protestanten, waarvan de wortels te zoeken zijn in de transmigratie in de 17e eeuw van protestantse Schotten naar dit toen Katholieke eiland. De Protestantse kerk heeft in die situatie begin jaren ‘90 een verklaring uitgegeven, die een belijdend spreken wilde zijn in de concrete context van dat moment: de roeping van de kerk om vrede te brengen.

Aan de hand van deze voorbeelden probeer ik duidelijk te maken, dat ook wij geroepen zijn ons geloof te belijden in de concrete context waar we in leven. In de huidige tijd is het meer dan nodig om de autoriteit van de Schrift opnieuw te handhaven tegenover de hedendaagse ontwikkelingen die daar een vraagteken achter zetten.

 

Hier op Ambon zijn vergelijkbare ontwikkelingen aan te wijzen. Het is nog maar toen jaar geleden dat de campus van de universiteit  in vlammen opging, in de bloedige conflicten tussen christenen en moslims. Eén van de grote stadskerken, die precies op de grens staat van het stadsdeel waar de moslims wonen, is al drie keer afgebrand. En vorig jaar scheelde het niet veel of de campus was opnieuw door woedende moslims in brand gestoken. Als ik door de stad rijd, wijst de chauffeur me waar de grenzen liggen tussen de beide bevolkingsgroepen, en de kruispunten waar moslims en christenen in mum van tijd grote menigten op de been hebben als er ergens iets gebeurt. En het zijn niet alleen moslimextremisten, verzekert hij me: ook onder de christenen zijn fanatieke lui die wraak willen… Transmigratie van moslims naar Ambon werkt ook niet positief.

 

Nog op een andere manier blijkt de actualiteit van mijn voordracht. De volgende dagen behandel ik met een 40-tal hogere-jaars studenten een aantal artikelen uit het eerste hoofdstuk van de Dordtse Leerregels. Meteen al blijkt dat niemand ooit van die belijdenis heeft gehoord. Dat is een tegenvaller, want ze zullen toch eerst moeten weten wat de achtergrond van dat geschrift is, voor we er inhoudelijk mee aan de gang kunnen gaan. Dus ga ik eerst dat hele verhaal maar vertellen, te beginnen met Pelagius – hebben ze ook  nog nooit van gehoord, zeggen ze. Pas bij Augustinus komt er een beetje herkenning.

Goed, het wordt dus een hoorcollege. Daarna pas kom ik toe aan wat ik eigenlijk wil gaan doen. Ik geef elk individueel de opdracht een artikel tegen de Indonesische achtergrond te houden. Wat zijn de raakvlakken met de opvattingen van de islam en de andere godsdiensten?

 

De volgende dag rapporteren ze hun bevindingen. Dat is met de eerste student die het woord krijgt meteen al raak: hij legt eerst uit wat volgens hem verkiezing betekent, en wat de betekenis is van Christus’ werk, en blijkt het dan vervolgens totaal oneens te zijn met wat in de DL beleden wordt! Hij is van mening dat iedereen uiteindelijk behouden zal worden, en gelooft dus niet dat er mensen verloren zullen gaan. Dat alles probeert hij aan te tonen door een zelf verzonnen voorbeeld, waarbij het gaat over iemand die voor een dilemma komt te staan van recht en liefde. Het recht heeft zijn loop genomen in Christus, en nu overwint de liefde en wordt er verder niemand meer veroordeeld.

Ik vraag hem wat hij dan vindt van Joh. 3:16 Daar komt hij niet helemaal uit. Hij heeft zelf trouwens niet één Bijbeltekst genoemd. Ik noem Openbaring, het laatste oordeel. Ook daar heeft hij geen antwoord op. Wat heeft zending dan nog te betekenen, en waarom zouden jullie eigenlijk nog theologie studeren, vraag ik verder, als het immers toch allemaal niet meer uitmaakt en het uiteindelijk met iedereen wel goed komt, ongeacht of hij of zij Christen wordt. Nee, maar bij zending gaat het om hulpverlening, niet om bekering, reageert hij, bijgevallen door nog enkele anderen; kijk maar wat er staat in Lukas 4:19, “om aan gevangenen loslating te verkondigen, aan blinden het gezicht, verbrokenen heen te zenden in vrijheid”: dàt is de taak van de kerk in de wereld, volgens hen. Maar zo ruk je die woorden helemaal uit de context, reageer ik: daar in Lukas gaat het over wat Jezus kwam doen. Zending vloeit voort uit de opdracht van Jezus aan zijn discipelen, aan het slot van Mat. 28. Dat lijkt nieuw voor ze te zijn, want de Bijbeltjes gaan open, dat moeten ze eerst eens opzoeken wat daar staat.

We bespreken nog een aantal andere artikelen. Er komt maar weinig uit van wat ik gehoopt had, en toch is het een ontnuchterende eyeopener voor de theologische context van deze belijdenis in Indonesië. Hier blijft niets heel van de grondslag van de Reformatie, sola fide, sola gratia, sola Scriptura.

We krijgen het nog wel even over de Islamitische opvatting over het noodlot, en ook over het verschillende godsbegrip. Ook hier merk ik een heel makkelijk gelijkschakelen tussen Islam en Christendom, alsof het toch feitelijk over dezelfde God gaat. Ze weten trouwens weinig van de leer van de Islam. Ze krijgen naar hun zeggen alleen geschiedenis van de Islam gedoceerd, niet wat er in de Koran staat. Ergens ook wel te begrijpen: als je ze toch niet wilt confronteren met het Evangelie is het genoeg als je elkaars achtergrond een beetje begrijpt.

 

Van één van de docenten hoor ik dat ze bezig zijn een eigen belijdenis op te stellen. Ik ben verrast! Het maakt me nieuwsgierig: wat zou de reden zijn dat ze dit willen gaan doen? De Molukse Kerk is de regionale voortzetting van de oude Indische Kerk uit de Nederlandse tijd; dus zeg maar de hervormde kerk. Het ontwerp moet besproken gaan worden op de synode van 2015. Daarna zal het in de gemeenten worden geïntroduceerd. Ook docenten van de theologische opleiding worden bij dit project ingeschakeld. Laten we hopen en bidden dat die nieuwe belijdenis zal oproepen tot terugkeer naar de autoriteit van de waarheid van het ene Woord van God!

 

A Dieu!

Jaap

 

Sumba

Brief-10, Denpasar (Bali), 14 october 2012

 

Opeens staan ze daar te zingen, in een hoek van de wachtruimte van het vliegveld van Waingapu. En klinkt daar blij en vrolijk: Dalam nama Yesus…, eerst in het Indonesisch, en daarna in het Koreaans. Een groep van ruim 30 jongeren uit Korea is op bezoek zijn geweest bij kerken op Sumba en houdt een korte dienst voor ze in het vliegtuig stappen. Ze zijn allemaal werkzaam in cultuur, media en entertainment, en dat is te merken: dit is kwaliteit. Maar het is bovenal een hartverwarmend getuigenis!

 

Het is een mooie afsluiting van een 2e week op Sumba. Het begin van mijn LITINDO-activiteiten op deze reis: drie dagen lesgeven aan de studenten van de theologische opleiding van onze zusterkerken in dit land.

De eerste dag verloopt niet denderend. Ik introduceer mijn boek over belijdenissen, maar tot mijn teleurstelling komen er niet veel reacties, en ik heb niet het gevoel dat ik hen echt bereik. Zelfs als ik wat prikkelend een waarneming van één van de (NGK-)zendelingen in de 80-er jaren over de zwarte kerken in Zuid Afrika (dun laagje christelijk vernis met daaronder nog altijd het oude heidense gedachtegoed, dat dus in feite de aanval van het Evangelie doorstaan heeft) vragenderwijs vergelijk met de situatie van de kerken hier op Sumba, komt er nauwelijks respons. Terwijl ik die vergelijking toch wel kan onderbouwen vanuit mijn ervaringen de afgelopen week. Niet alleen de man die namens de familie afgelopen zaterdag de begrafenisplechtigheden opende met een toespraak, waarin hij eerst de kerken dankte voor wat ze hadden gebracht (wat hij daarmee concreet bedoelde bleef onduidelijk, althans voor mij), en vervolgens haast in één adem door triomfantelijk constateerde dat al die jaren christelijke verkondiging (bij Melolo in de directe omgeving van Pau al begonnen rond 1884!) de Sumbanese adat (zoals op die begrafenis) niet hadden weten uit te roeien! Met andere woorden: de oude Merapu-godsdienst heeft de aanval van het Evangelie overleefd! Ik probeer de studenten uit hun tent te lokken met wat (weliswaar wat gechargeerde) kanttekeningen bij de preken die ik afgelopen zondag heb gehoord: het uitstorten van de leer over de verzamelde kerkgangers, vrijwel zonder dat ook handen en voeten geven in het dagelijks leven. Dan wordt de kerkdienst een rituele dans van prediker en toehoorders, zonder dat er inhoudelijk echt iets gebeurt. Dan verwordt het christen-zijn in feite tot een set moralistische regels, waar je je aan moet houden (kerkgang, vvb, 10 geboden), maar wordt er niet echt iets zichtbaar van het nieuwe leven: een transparant leven waardoor in het dagelijkse doen en laten en spreken van de gelovigen Jezus in je leven zichtbaar wordt!

Ze luisterden, maar geen reactie. Alsof ze niet begrijpen waar ik het over heb. Frustrerend.

 

De tweede dag gaat het gelukkig een stuk beter. We hebben het dan over het 1e hoofdstuk van de Dordtse Leerregels, naar aanleiding van het commentaar daarop van rev. Van Delden (van onze zusterkerken in Australië dat ik voor LITINDO bezig ben te vertalen). De vorige avond heb ik iedere student de opdracht gegeven een de paragraaf over één artikel van dat hoofdstuk te lezen, en vervolgens iets op papier te zetten over wat dat betekent tegen de achtergrond van de Sumbanese adat (of die van Papua, voor de drie studenten die daar vandaan komen). Het wordt een soort workshop, waarbij iedere student eerst presenteert wat hij heeft bedacht, en we daar vervolgens over in discussie gaan. Dat loopt als een trein, en er komen heel wat culturele gegevens op tafel die raakvlakken hebben met onderwerpen die in die artikelen worden behandeld. Impliciet krijgt nu ook mijn vraag van de vorige dag een antwoord, als ze vertellen hoe nog veel oude gebruiken gewoon doorleven ook bij christenen. En telkens weer wordt genoemd hoe veel mensen naar kerk gaan met dezelfde houding als ze vroeger de riten van de adat volbrachten: als je maar trouw alles doet wat er van je verlangt wordt, dan komt het wel goed, en of je hart daar ook bij zit komt niet binnen het gezichtsveld, omdat dat ook bij de oude stamreligie helemaal niet belangrijk was.

We krijgen het over de traditionele bruidsprijs, en over het al of niet mogen meedoen aan heidense feesten waar heel de familie bij betrokken is. Ik ben blij dat ik kan verwijzen naar het boek van Henk Venema, dat juist daarover gaat (met als invalshoek het sagowormenfeest op Papua). En over de belis (bruidsprijs) kunnen ze binnen niet al te lange tijd lezen in de vertaling van de dissertatie van Jan Boersema!

 

’s Avonds komt ook ds. Pila er bij zitten, en doet actief mee in de discussie. Naar aanleiding van de discussie over wat bekering eigenlijk is, krijgen we het over polygamie: hoe bewijst iemand die zich daaraan heeft schuldig gemaakt, zijn bekering? Moet hij dan eerst die 2e vrouw wegsturen? Over zo’n onderwerp kun je makkelijk een avond vol praten! Ik probeer uit te leggen dat je moeilijk algemene regels kunt stellen, maar dat je (net als bij echtscheiding) elk geval apart op zichzelf moet behoordelen.

Ik geef door wat ik pas nog in een boek las, over een man met drie vrouwen, in Afrika. De man was buien de kerk gesloten, evenals zijn 2e en 3e vrouw, alleen de 1e vrouw niet, die mocht gewoon aan het Avondmaal komen. Maar die eerste vrouw had er nu juist bij hem op aangedrongen een 2e vrouw te nemen, zodat zij meer tijd aan de kinderen kon geven! En toen had hij dat uiteindelijk maar gedaan. En die 3e vrouw had hij geërfd van zijn overleden broer (cf. leviraatshuwelijk in het OT). De man beschouwde zichzelf als een goed christen: “Christus verbood echtscheiding, maar niet polygamie; de kerk vraagt echtscheiding, en verbiedt polygamie…”

Ook vertel ik hoe we op Papua met die dingen hebben geworsteld, en van het besluit dat de kerken daar op een gegeven moment namen dat iemand die een 2e vrouw nam de eerstvolgende 10 jaar niet weer opnieuw lid van de gemeente kon worden. En van die man in Uni, die vanwege dat besluit jarenlang trouw naar kerk kwam, omdat hij echt berouw zei te hebben van wat hij had gedaan, trouw vvb betaalde (wat verreweg de meeste christenen niet deden!), en toen uiteindelijk wel weer christen is geworden. Een 2e vrouw weer wegsturen was in elk geval op Papua volstrekt onmogelijk: waar zou die vrouw naar toe moeten? Niemand zou haar opnemen, of verzorgen!

Het is wel duidelijk dat we bij lange na niet klaar komen met de bespreking van al het materiaal; aan het eind van de avond zijn we nog maar bij artikel 3… Toch liever zo dan dat ik alles wel had kunnen afronden, maar zonder een echte discussie met de studenten! Maar dan vraagt ds. Pila of ik de volgende dag niet wil verder gaan, omdat dit toch wel belangrijk is. Daar ben ik uiteraard erg blij. Zo sta ik de volgende morgen opnieuw voor de studenten. De hele morgen zijn we druk bezig, maar om 12 uur zijn we er nog niet helemaal doorheen. Maar we laten het er bij, bij de laatste artikelen verwacht ik eigenlijk geen nieuwe input meer. Ik heb in elk geval heel wat materiaal verzameld waarmee ik het commentaar van VanDelden hopelijk een contextuele aanvulling kan meegeven.

 

Aansluitend is er een weeksluiting, in aanwezigheid van docenten en geleid door een student. Na afloop neemt ds. Pila nog even het woord, en bedankt mij hartelijk voor het bezoek en de lessen, vraagt de hartelijke groeten over te brengen aan Gerrit en Henk en de rest van LITINDO. Hij laat het hier zo bekende afscheidslied zingen (sampai bertemu – tot we elkaar weer ontmoeten). Veelzeggend: LITINDO is hier welkom, wordt gewaardeerd, en men ziet uit naar de volgende bezoeken!

 

A Dieu!

Jaap

 

Filmpje over het zangoptreden van de Koreanen:

http://www.youtube.com/watch?v=g01xqL2WjzA&feature=youtube_gdata_player