zaterdag 24 november 2012

Jakarta, 23 november 2012

Uitgerekend vanmorgen verslaap ik me, op de laatste dag van mijn verblijf in Jakarta. Balen! Het wordt dus echt een eindspurt, deze laatste dag van mijn verblijf in Jakarta, een race tegen de klok. Snel nog even dit, snel nog even dat, taxi in, taxi uit, nog een paar laatste gesprekken, koffer inpakken, en voor ik het me goed realiseer zit ik in de taxi op weg naar het vliegveld. Dan gaat het opeens allemaal in slow motion. Het verkeer zit weer eens helemaal vast. Er zijn demo’s in de stad, werknemers zijn ontevreden over werkgevers die het (onlangs verhoogde) minimum loon weigeren te betalen, en we zijn gedwongen een omweg te nemen. Terwijl we met horten en stoten voortkruipen over de tolweg, zie ik Jakarta aan me voorbijschuiven. Een dreigende lucht hangt boven de stad. De regentijd is begonnen, en elke dag valt in zware onweersbuien het water bij bakken uit de lucht.

Een dreigende lucht. Symbolisch? Begin deze week spreek ik met iemand in Salatiga over de politieke situatie in dit land. Men is teleurgesteld in SBY (Susilo Bambang Yudhoyono, de huidige president van Indonesië). Als minister deed hij het prima, en men had hoge verwachtingen, maar nu strijkt hij alles glad en probeert alleen maar alles te sussen, zonder dat er iets opgelost wordt. Er broeit onvrede. Het duurt nog bijna twee jaar tot de volgende presidentsverkiezingen, maar nu al wordt er gespeculeerd over een mogelijke opvolger. Velen hebben hun hoop gevestigd op de nieuwe gouverneur van Jakarta, Joko Widodo. Tot voor kort was deze nog burgemeester van Solo, en heeft hij voor die grote stad op Midden Java ontzettend veel goeds gedaan. Als hij het nu in Jakarta ook goed doet… Maar de extremistische vleugel van de Islam moet ook in de gaten worden gehouden. Hoewel in getal klein, heeft deze groepering veel invloed. SBY is mee dankzij hen aan de macht gekomen, en moet voortdurend rekening met hen houden. Dat is ook hun strategie: belangrijke functies in handen zien te krijgen, dan heb je als minderheid uiteindelijk toch de macht.

Het streng Islamitische Aceh, in het uiterste noorden van Sumatra, heeft als enige provincie van Indonesië de Shariah-wetgeving. In de periode na de tsunami werd dit gebied overspoeld door allerlei hulporganisaties. Nu zijn die vrijwel allemaal vertrokken, vaak ook gedwongen: organisaties met een christelijke zendingsdrang zijn hier niet welkom. Toch is de MAF er nog steeds aanwezig, en heeft (onder de zegen van de Heer) in de afgelopen jaren een ook door de verschillende Islamitische overheidsinstanties gewaardeerde plaats verworven. In Jakarta bezoek ik Justin en Corrinne Koens; Corrinne is een dochter van de Canadese zendeling Henry Versteeg, die in dezelfde tijd als wij op Papua werkte, en Justin is de vertegenwoordiger van de MAF in Jakarta. Maar recent namen ze drie maand waar op de MAF-basis in Aceh. Verwonderd luister ik naar hun enthousiaste verhalen. Op Papua vliegt de MAF voor kerk en zending. Is dat in Aceh geen mission impossible? Daar is geen zending, en de kerk mag niets doen. Inderdaad, zegt Justin, maar omdat de overheid ziet dat ze echt geven voor de mensen, willen ze graag dat MAF daar blijft, ook al weten ze natuurlijk best dat het christenen zijn. Anders dan op Papua, is de MAF hier zelf de hulpverlenende instantie. Ze willen dat vooral in medische richting zien uit te bouwen. Maar ook krijgen veel jongeren een technische training in hun hangar. Het is een vorm van incarnational living: aanwezig zijn, je vereenzelvigen met de mensen, in je hele leven een voorbeeld zijn, en zo het licht van Jezus laten stralen in deze islamitische wereld.
Het is wel een heel ander verhaal dan wat één van de deelnemers aan de conferentie in Salatiga vertelde van zijn kerk in die regio: “we mogen niets doen, en dus doen we ook niets,” en die dat probeerde te verdedigen met een dualistisch verhaal dat het solus Christus (buiten Christus geen zaligheid) alleen geldt binnen de eigen kring, maar dat we daarbuiten het pluralisme moet aanvaarden…

Niet overal in Indonesië is de Islam zo streng als in Aceh. Net zoals er bij het christelijk geloof het gevaar dreigt van vermenging van Christelijke en heidense elementen, kent ook de Islam haar syncretisme. Zo is op Midden-Java de Islam sterk beïnvloed door de Javaanse cultuur, en draagt daardoor een heel eigen karakter, vertelt ibu Wati, als ik haar op de laatste dag voor mijn vertrek nog even een bezoek breng (zij controleert onze boeken op correct taalgebruik).
De Javaanse Islam is veel minder fanatiek, en wordt gekenmerkt door oude Javaanse mystiek en waarden die komen uit de het vroegere Hindoe-Boeddhistische geloof, en wortelen in de Javaanse kosmologie. Men is zich sterk bewust van geesten en goden die ons omringen, van mysterieuze bovennatuurlijke krachten die het leven bepalen, en die ongeluk brengen als je niet de goede voorzorgen neemt. Ook het gebruik dat men de derde, zevende, veertigste, honderdste, en duizendste dag na het overlijden in acht neemt, heeft te maken met het geloof dat de ziel pas na die datum tot rust komt, en desintegreert, of reïncarneert. Onder christenen kom je datzelfde gebruik trouwens ook steeds meer tegen.

Wat is cultuur toch een sterke macht in ons leven en denken. Wat worden we er door beïnvloed, vaak zonder dat we onszelf daarvan bewust zijn. Je krijgt het pas in de gaten als je voor langere tijd uit je eigen cultuur stapt, en in een heel andere cultuur gaat wonen en werken. Dat geeft je dan een culture shock. Maar de reverse culture shock (omgekeerde cultuurschok, als je terugkeert naar je eigen cultuur) is vaak veel heviger. Ook de SETIA-docenten die in Kampen studeren, en daarna weer terug gaan naar Jakarta, ondervinden dat. In Nederland is daar door de ervaring van jaren steeds meer aandacht voor gekomen. Maar in Indonesië is men met dat fenomeen praktisch onbekend. Yusup is nu al weer jaren terug in Jakarta, maar dit is de eerste keer dat hij erover begint hoe moeilijk die overgang was. Je bent niet meer dezelfde als vóór je vertrek. En dat wordt je ook nooit meer! Volgens Yusup houdt zijn breuk met SETIA ten diepste daar ook verband mee: daar hadden ze volgens hem totaal geen oog voor dit probleem.
De processen die bij die overgangen van de ene naar de andere cultuur een rolspelen, worden haarfijn uit de doeken gedaan door iemand als Paul Hiebert. Ik denk dat we ons meestal wel bewust zijn van onze eigen ervaringen op dat gebied, maar ons te weinig realiseren dat anderen daar natuurlijk net zo goed mee te maken hebben. Bij het plannen van opleidingstrajecten van Indonesiërs in het buitenland (Kampen, Canada, Australië) denken we vooral aan het profijt dat iemand van zo’n opleiding zou kunnen hebben, maar staan we vaak maar oppervlakkig stil bij de neveneffecten. We maken ons wel zorgen of iemand zich bij terugkeer wel weer aan de lagere levensomstandigheden zal kunnen aanpassen, maar denken volgens mij niet of nauwelijks na over de onvermijdelijke en blijvende effecten van de culture shock waar deze mensen doorheen gaan. Misschien hebben we er nog wel oog voor als ze hierheen komen, maar veel minder als ze weer terug gaan. Zoals onlangs een Edward Hanock, en binnenkort Naftali Arung en hun gezinnen…

Yusup is zoals gezegd al jaren weg bij SETIA. Hij is nu de directeur van de STT Paulus. Deze theologische opleiding ligt aan de uiterste zuidrand van Jakarta, net buiten de stad, in een landelijke omgeving van tuinen en sawa’s. Hij is hier aangetrokken om deze school (waar aan ook de huidige directeur van SETIA gestudeerd heeft) opnieuw leven in te blazen. Onder zijn leiding krijgt de opleiding steeds meer een gereformeerd karakter. Op zijn uitnodiging geef ik ook hier een seminar over mijn boek over belijdenissen.

Ook met Marianus, die tegelijk met Yurup in Kampen studeerde, heb ik nog een ontmoeting. We krijgen het over de conferentie over de Catechismus in Salatiga (zie vorige brief), en ik vertel enthousiast over de onverwacht positieve afloop. Maar hij reageert aanvankelijk behoorlijk sceptisch: wat komt daar uiteindelijk van terecht, en zullen die kerken werkelijk volgens die gezamenlijke verklaring zich nu opeens in gaan zetten om de Catechismus weer te gaan promoten? Nee, inderdaad misschien wel niet, moet ik toegeven. Maar is het onmogelijk? Deze bijeenkomst was toch op zichzelf al een wonder: kennelijk vinden deze mensen de Catechismus belangrijk genoeg om ervoor naar Salatiga te komen, ook al moesten ze daarvoor zelf de tickets betalen! En als de Heilige Geest nu eens inderdaad een nieuw begin wil maken, en een Reveil wil bewerken in kerken die wij in ons hart al afgeschreven hebben…

De file is intussen opgelost, en we rijden nu stevig door richting Bandar Udara Soekarno Hatta, de nationale luchthaven vlak buiten Jakarta. Mag ook wel, want de tijd begint op te schieten. Gelukkig heb ik al via het internet ingecheckt, en als we er zijn, kan ik vrij snel doorlopen.
En daar sta ik dan in de wachtruimte, klaar om aan boord te gaan van het KLM-toestel dat me terug zal brengen naar huis, bijna drie maand nadat deze reis is begonnen. Dat roept gemengde gevoelens bij me op. Drie maand zo intensief hier weer even mee mogen werken, op Papua, Timor, Sumba, Abon, Bali, in Salatiga, Jakarta – en daar dan zo abrupt weer uit te moeten stappen… Terug naar Nederland, weer verder werken aan nieuwe publicaties van LITINDO. Als er één ding weer opnieuw duidelijk is geworden op deze reis: hoe de Geest ons in LITINDO wil gebruiken, hoe dankbaar de kerken hier zijn met deze boeken, hoe groot de verwachtingen zijn die ze voor de toekomst van ons hebben. Daarom: hopen en bidden dat de kerken in Australië inderdaad mee gaan doen, en er straks ook mee verder kunnen gaan als wij er hier in Nederland een punt achter moeten gaan zetten.

Zaterdag gaan we Ellie Nieboer begraven. Wat heeft zij veel mogen betekenen voor de kerken op Papua. Iemand noemde deze onderwijskundige een moeder Theresa op educatief terrein. Ze schreef in de jaren ’60 het op Papua in brede kring nog altijd bekende en gebruikte ‘Rode Boekje’: een in rood kaft gebundelde serie Bijbelverhalen in heel eenvoudig Indonesisch, geïllustreerd met door evangelisten moeiteloos te reproduceren stoktekeningetjes. LITINDO is bezig dit boek een nieuwe bewerking te geven, om het opnieuw uit te geven, zo mogelijk voor heel Indonesië. Wie schrijft, blijft… Beter: haar werken volgen haar na.
Moge dat onder de zegen van de Here ook van ons werk in LITINDO gelden.
En voor uw en jouw werk, waar dat ook is en wat dat ook mag zijn: in de Heer niet vergeefs!

A Dieu, Jaap

STT: Sekolah Teologi Tinggi: Theologische Hogeschool
Paul G. Hiebert, Anthropological Insights for Missionaries (Grand Rapids, 1985).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten