maandag 20 september 2010

Mamasa, 19 september 2010

"Welke bundel vindt u beter: de Nyanyian Rohani van Kijne, of de Kidung Jemaat die tegenwoordig zo populair is?" Ik hoef niet lang over het antwoord na te denken; je zou het kunnen vergelijken met de oude gezangen zoals van Johannes de Heer en van het gereformeerde kerkboek, en de vloed van evangelische liederen die we ook in Nederland kennen. Geef mij die oude bundel van Kijne maar, daar zit veel meer inhoud in dan in het gros van die andere verzen. "Dat vind ik nou ook!", is de reactie van de vragensteller. Even later vraagt hij of ik hem niet kan helpen aan de oude Bijbelvertaling van Klinkert: die is veel beter voor Bijbelstudie dan de tegenwoordig gangbare vertaling, laat staan nieuwere vertalingen. Al weer dringt zich de vergelijking met Nederland aan me op.

 

De vragen komen van een man die de laatste 30 jaar in de Torajakerk van Rantepao heeft gewoond en gewerkt: bapak Sulle. Hij was daar godsdienstonderwijzer in de stad Makale. Vorig jaar is hij met pensioen gegaan, en nu woont hij weer hier in Mamasa. Uiteraard vergelijkt hij het kerkelijk leven daar in de Gereja Toraja (GT) met hoe het er hier in de Gereja Toraja Mamasa (GTM) voorstaat. Opvallend is dat hij veel positiever oordeelt over de GT dan over de GTM. Zelf zou ik geneigd zijn het andersom in te schatten: de theologen in Rantepao zijn toch een stuk liberaler dan hier! Maar de man is erg stellig, al generaliseert hij wel wat makkelijk, en heeft hij het ook niet over theologie: wat krijgen de ouderlingen hier nu nog voor begeleiding? Ze knijpen hem al als ze moeten voorgaan in gebed voor het eten, laat staan als ze dat moeten doen bij één of andere bijeenkomst. En kijk eens naar de kerkelijke bijdragen: hier geven ze het kleine beetje dat ze nog over hebben na elke dag van de week zeker twee pakjes te hebben opgerookt, maar in de GT hebben ze de mensen bewust gemaakt wat dankbaarheid is, en hoe dat ook uitkomt in de manier waarop je iets geeft. En wat te denken van de Theologische opleiding: daar in Rantepao werken ze er aan dat ze allemaal bevoegde docenten hebben, maar hier hebben ze daar nog helemaal geen beleid voor gemaakt, terwijl er maar twee docenten aan de criteria voldoen! En wat wordt er hier nu nog gedaan aan begeleiding van de ambtsdragers in de gemeenten in al die afgelegen bergdorpen. En er wordt veel te weinig gelezen!

En daarom komt hij bij met mij praten. Ik zit immers in de boeken? Nee, het gaat hem niet allereerst om gesubsidieerde, of zelfs gratis boeken. Maar: hoe krijgen we de mensen aan het lezen?! Hij vertelt van een cursus die hij eens met Kees Buijs heeft gegeven aan afgevaardigden van gemeenten, een week lang hier in Mamasa, waarbij allerlei boeken werden gepresenteerd: van elk boek werd verteld waar het over ging, en wat het belang ervan was voor de praktijk van hun werk. Na afloop konden ze die boeken kopen, en de hele voorraad was in mum van tijd uitverkocht!

Wij van LITINDO willen ook graag dat soort cursussen geven om onze boeken aan de man te brengen. Want inderdaad: hoe komen de boeken anders ooit bij deze mensen terecht, die honderden kilometers van de dichtstbijzijnde echte boekenwinkel wonen? Natuurlijk is er hier in Mamasa een winkeltje van de kerk waar ook boeken worden verkocht, maar ik heb niet de indruk dat daar veel boeken over de toonbank gaan. Misschien iets voor Henk Venema, als het door gaat dat die hier volgend jaar komt lesgeven? Bapak Sulle wil graag helpen.

Ik vertel hem dat we ook op zoek zijn naar iemand die hier 'vertegenwoordiger' van Litindo wil worden. Ik heb het via die winkel hier geprobeerd, maar dat werkt niet. Je moet iemand hebben die de boeken zelf ook leest, en er actief mee aan de slag gaat om de mensen er mee in aanraking te brengen. Precies!, beaamt bapak Sulle. Maar waar vind ik zo iemand! Maar eens met Kees Buijs over praten als die hier morgen komt. Misschien dat Taklemarto, de student die mij hier vorig jaar hielp in de boekenstand van Litindo, er voor in aanmerking zou kunnen komen.

 

De tocht van Makassar naar Mamasa (340 km) was nogal spannend. Het begin ging ongewoon vlot: ik maak de reis op Idul Fitri, de grote islamitische feestdag, en daarom is er totaal geen vrachtverkeer op de weg, geen bussen, en alle winkeltjes en pasars zijn dicht. We kunnen dus heerlijk doorrijden. Maar de weg vanaf de kust bij Polewali de bergen in naar Mamasa, en traject van zo'n 75 km., is een heel ander verhaal. Deze weg is altijd al een ramp, zoveel gaten en kuilen er in zitten, maar nu is het allemaal nog een paar graadjes erger door de vele regen van de afgelopen weken. Om de haverklap komen we bij een plek waar een deel van de berg naar beneden is gekomen, zodat je er maar net langs kunt rijden. Dan weer lijkt het dat er aan de kant van het ravijn een grote hap uit het asfalt is genomen: dat deel van de weg is afgebroken en in de diepte verdwenen. En hoe dichter we bij Mamasa komen, hoe erger het wordt. De laatste 15 km is er geen spoor van asfalt meer te bekennen, en lijkt de hele weg wel alleen uit modder te bestaan. Intussen is het ook gaan regenen. Op een gegeven moment kunnen we bijna niet verder: de enige doorgang is een smal en diep glibberig spoor tussen een berg modder die de weg rechts verspert, en de diepte links pal naast de weg met ver daaronder de rivier. We slippen er gelukkig zonder ongelukken langs. Latere horen we dat de weg hier die dag afgesloten is geweest, en nog maar net weer open was. Je slaakt wel een zucht van opluchting als je dan na 2½ uur eindelijk over de betonnen wegen van Mamasa de laatste paar honderd meter naar het gastenhuis rijdt!

De chauffeur van de auto die ik in Makassar had gehuurd om me naar Mamasa te brengen is een jonge Bugis, een islamiet. Hij gaat meteen weer terug, want hij wil niet het risico lopen die weg bij donker te moeten rijden. Voor hij vertrekt vraagt hij me om voor hem te bidden; hij heeft hem ook erg geknepen, en verzekert me dat dit echt de laatste keer is dat hij iemand naar Mamasa heeft gebracht! Ik kan het hem niet kwalijk nemen. Ik geef hem het nummer van mijn mobieltje, en 's avonds om een uur of 9 belt hij me op dat hij veilig de kust heeft bereikt.

 

Ondertussen regent het nog elke dag onverminderd door. 's Morgens schijnt de zon, maar zo rond de middag trekt het dicht. Belooft nog wat voor de terugweg. Lopen naar Rantepao, zoals ik van plan was, zit er deze keer dan ook niet in. Jammer, want ik had me best wel verheugd op die tocht door dit schitterende bergland. Maar in de regen gaat de lol er wel gauw af, nog afgezien van de onbegaanbaarheid van de bergpaden. En je kunt zo maar om een bocht tot de ontdekking komen dat de weg verdwenen is… Dus als ik nog naar Rantepao wil, zal ik toch eerst weer de reis terug naar de kust moeten maken, want een rechtstreekse autoverbinding is er niet: eerst naar Polewali, en dan via een andere weg opnieuw de bergen in. Eén troost: dat is dan een doorgaande weg, veel breder en goed onderhouden. Dat kan van de weg naar Mamasa duidelijk niet worden gezegd.

Deze week heb ik hier een drietal dagen kuliah umum gegeven: algemene hoorcolleges voor alle studenten, inclusief de mensen die al een baan hebben en één week per maand de intensieve cursus volgen. Had er zo'n 100 in de zaal zitten. Ik sluit af met een klein tentamen, want ze moeten wel een beoordeling hebben. Dat levert dus nog het nodige correctiewerk op; hoort er nu eenmaal bij, maar het is ook voor jezelf nuttig: je krijgt een beeld van wat wel en wat niet is overgekomen. Het is dezelfde stof die ik vorig jaar ook op Sumba en in Kupang heb behandeld, alleen nu bijgewerkt op grond van de ervaringen toen. Op Kalimantan, begin volgende maand, is het ook nog weer een deel van het programma.

Vanmorgen heb ik Taklemarto weer ontmoet. Hij was één van de 112 afgestudeerden van de STT (Theologische Hogeschool) hier in Mamasa die hun bul kregen uitgereikt. Een plechtigheid die ruim 3½  uur duurde. Wel leuk om eens mee te maken. Ze hadden me gevraagd of ik als gastdocent ook niet in de stoet docenten mee wilde lopen; maar bij gebrek aan een toga in mijn maat heb ik daar maar van afgezien, en ben gewoon bij de genodigden gaan zitten. Het is de tweede keer in het 6-jarig bestaan van de school dat er een wisuda (diploma-uitreiking) wordt gehouden. Alles bij elkaar heeft deze STT nu 374 afgestudeerden afgeleverd; veruit de meesten daarvan volgden de PAK, een opleiding voor godsdienstleraar.

Het begint uiteraard met een kerkdienst. Dat gaat over het zout en het licht van Mat. 5:13-16. We moeten als christenen zulk 'zout' zijn dat de wereld daar beter van wordt. Ben ik het op zich wel mee eens, maar ze gaat wel wat ver als ze vervolgens stelt dat de kerk (!) haar stem moet laten horen bij alle mogelijke misstanden in de maatschappij: Gereja tidak boleh berdiam dalam seribu bahasa! – de kerk mag niet in alle talen zwijgen! Ik heb net het jongste boekje van prof. Van de Beek gelezen (Is God terug?), en die denkt daar (m.i. terecht) duidelijk anders over. Jammer ook dat ze zo'n verschrikkelijke preektoon heeft; hier in Indonesië vinden ze dat prachtig, maar in Nederland zou het zelfs als karikatuur overdreven zijn.

Daarna komen uiteraard de nodige toespraken. De voorzitter van de 'synode' (BPS) benadrukt hoe groot het goed is dat je als kerk een eigen STT hebt. Sommige scholen hebben in het verleden hun best gedaan om STAKN te worden: staatsschool voor theologie (bv in Rantepao). Maar theologie is niet iets voor de staat, maar voor de kerk, want het heeft altijd met doktrin te maken.

 

Eén van de andere gasten blijkt speciaal voor Taklemarto naar Mamasa te zijn gekomen. Het is Philip Campbell, die hier in de Toraja voor Wycliffe Bijbelvertaalwerk doet. Taklemarto is altijd zijn voornaamste helper geweest. Na afloop maken we kennis met elkaar. Hij heeft hier vanaf 1984 een jaar of 6 gewoond, is nu weer terug in de States, maar komt voor zijn werk elk jaar een paar keer naar Mamasa. Verschillende van 'onze' Wycliffers op Papua blijkt hij wel te kennen: Peter Jan de Vries, Dick Kroneman, SungKyu – de wereld is maar klein. Hij vraagt naar het Bijbelvertaalwerk in de Kombai. Ook is hij erg geïnteresseerd in het werk van LITINDO, en hij onderstreept dat er zoveel behoefte is aan goede theologische boeken. Hij had nog nooit van ons bestaan gehoord. Zou het geen idee zijn om een website te hebben waarop te vinden is wat er overal gedaan wordt, en waar iedereen mee bezig is? We weten zo weinig van elkaar, en er gebeurt zo gauw iets dubbel! Laatst ook nog weer in hun eigen organisatie, ging iemand ergens mee aan de gang waar naar later bleek iemand anders op een andere plek al lang mee bezig was.

 

Het is voor mij een hele omschakeling. Hiervóór was ik een maand op Papua. De eerste dagen heb ik daar best wel heimwee naar gehad. Het is niet alleen dat we het daar in Wanggemalo zo ontzettend goed hadden samen (Dineke was er ook), maar vooral dat je je daar zo dicht bij de Here voelt: alsof alle storende bijgeluiden wegvallen: er is niets dat je aandacht afleidt, en zoveel dat je bij je afhankelijkheid van Hem bepaalt. Je wordt dan zo volkomen teruggeworpen op de basis van het leven, de zin van het bestaan, en de kern van de boodschap van de Bijbel! Je leeft er veel intenser, omdat je daar volkomen afgesloten zit van de buitenwereld en alleen met elkaar, met de mensen om je heen, en met God te maken hebt. Als je dan terug in Wamena bent is het al weer zo totaal anders! Laat staan in Wezep, of ook hier in Mamasa. Dit is de geciviliseerde wereld: waar iedereen druk is met van alles en nog wat; waar contacten vaak zo vluchtig zijn omdat haast niemand tijd heeft; waar boven het huis hiernaast nog een eenzame Nederlandse vlag wappert uit de tijd van de WK. Soms krijg je het gevoel dat je op een andere planeet bent geweest, een andere wereld dan die van ons; het leven hier heeft nauwelijks raakvlakken met dat in de Kombai en Korowai.

Dan verlang je wel eens terug naar de intensieve omgang die we daar hadden met de mensen in Wanggemalo. En naar al die keren, dat Dineke en ik op een paar krukjes op het grasveld voor ons huis in de stilte zaten te genieten van het vallen van de avond, en het verschijnen van de sterren, die geweldige hemelkoepel, 180 graden hoog en wijd, eerst de heldere Venus, dan vlak boven de horizon het Zuiderkruis, en tenslotte de witte baan van de Melkweg hoog boven ons. Daar blijf je naar kijken, en ga je van zingen: hoe groot zijt Gij!

 

A Dieu!

Jaap

Geen opmerkingen:

Een reactie posten